Alix Gerniers met Red Panthers in Parijs!

Alix Gerniers

De zomer van 2024 staat in het teken van de Olympische Spelen in Parijs. En daar is ook een Ronsenaar bij. Alix Gerniers wist zich te plaatsen voor de Spelen met de nationale hockeyploeg voor vrouwen, de Red Panthers. Alix stond al eens op de Olympische Spelen in Londen, maar moest 12 jaar wachten op een nieuwe deelname. 

Hoeveel deugd deed het om gekwalificeerd te zijn na twee gemiste Olympische Spelen? 

Alix: “Ja, de ontlading was wel heel erg groot! Twee keer na elkaar hebben we in de allerlaatste wedstrijd de Spelen gemist in de verlengingen, met shoot-outs. Dat is keihard. We hebben altijd wel deelgenomen aan EK's, WK’s … maar de Olympische Spelen zijn toch het summum voor een topsporter. Een groot verschil ook met andere toernooien. Het WK is bijvoorbeeld een toptoernooi met 16 teams. Op de Olympische Spelen zijn dat er slechts 12. Je hebt dus sowieso vier goede teams die ontbreken. Jammer genoeg waren wij daar bij. In 2012 kwalificeerden we ons een beetje onverwacht voor Londen. Toen gingen we ervan uit dat we er vier jaar later wel opnieuw zouden staan. Maar dan toch nipt gemist en acht jaar later hetzelfde verhaal. Om dan nu beloond te worden voor twaalf jaar hard werken. Heerlijk!” 

Jij was er al eens bij op de Olympische Spelen. Ben je een uitzondering binnen de ploeg? 

Alix: “Nee hoor, we zijn nog met vier: Barbara Nelen, Aisling D’Hooghe, Judith Vandermeiren en ikzelf.” Je was nog heel jong in 2012, heb je dat toen ten volle beleefd? Alix: “Ja, dat wel. Maar het gevoel is nu anders. We waren toen gewoon heel blij dat we gekwalificeerd waren, dat was uniek. We stonden toen veel lager op de wereldranglijst, dus in principe hadden we ons plekje daar niet. Daardoor hadden we ook geen hoge verwachtingen. Het was gewoon genieten van het moment. Maar nu, 12 jaar later, gaan we er volledig voor en spelen we voor een medaille. De focus zal anders zijn.” 

Je durft dat doel echt uitspreken? 

Alix: “Ja hoor! We hebben de voorbije 12 jaar keihard gewerkt. We staan intussen 4e op de wereldranking. Dus ik vind dat we dat mogen uitspreken. We moeten natuurlijk niet in onze eigen voet schieten, want op wereldniveau hebben we nog nooit een podium gehaald. Maar we behalen mooie resultaten. Ik denk dat we teleurgesteld zullen zijn als we geen medaille in de wacht slepen. Maar eerst afwachten of ik überhaupt wel geselecteerd ben. (Glimlacht) Ik schat mijn kans wel heel hoog in, maar er kan altijd iets mislopen, een blessure of zo. Midden juni wordt de selectie bekend gemaakt. Spannend!" (Glundert) 

Speel je dan nu uit voorzichtigheid met de handrem op? 

Alix: “Nee, helemaal niet. Met Gantoise spelen we momenteel volop in de play-offs. Dus nu is het de komende twee weken volle focus op de club. (N.v.d.r. Intussen mochten de vrouwen van Gantoise hun vierde titel op rij vieren.). Daarna maken we terug de switch naar het nationaal team. Wij trainen dan 3 à 4 dagen in de week. Naar aanloop van de Olympische Spelen willen we zoveel mogelijk samen trainen. We hebben het geluk dat bijna iedereen in België of Nederland speelt.” 

Kennen jullie het speelschema al? 

Alix: “Ja. We weten de wedstrijden al, we kennen de volgorde, dagen en uren. En we spelen in Parijs zelf, dicht bij het Olympisch dorp. Dat is wel leuk.” Klopt het dat jouw mama en papa altijd in de tribune zitten? Alix: “Voor 90 procent wel ja. Ze zijn heel vaak mee, ook bij grote verplaatsingen. Ze hebben me altijd gevolgd. Ze zijn heel trots, denk ik (glundert). Dat is superleuk. Dus ze gaan er sowieso zijn op elke wedstrijd op de Olympische Spelen.” 

Twaalf jaar geleden was je één van de jongste speelsters in de ploeg en nu ben je waarschijnlijk de meest ervaren speler. Hoe verandert dat jouw positie in de ploeg? 

Alix: “Ja, dat is wel anders. In het begin ben je nieuw en nog niet zo belangrijk en nu voel je dat er toch een zekere druk op je schouders rust als een van de speelsters met het meeste caps. Er komt nu veel meer bij kijken vind ik. Niet dat ik mezelf daarbij meer druk opleg, het is gewoon superleuk. We zijn trouwens een heel hechte groep. Er is niet een bepaalde hiërarchie. Het is niet dat de ouderen alles te zeggen hebben en de jeugd niet. Iedereen heeft z’n plaats in de groep. Ik ben nu ook één van de drie kapiteins.” 

Wat is het idee achter drie kapiteins? 

Alix: “Wat karakter betreft, zijn we alle drie een heel ander type, maar net daardoor vullen we elkaar heel goed aan. Ook al zijn we alle drie middenvelders, we zijn gewoon super complementair. En Raoul, onze coach, wou niet één iemand aanduiden om het woord te geven of een beslissing te nemen. Het is een rollensysteem en dat werkt super goed.” 

Wat draag je zelf het meeste bij als speelster? Waar liggen je kwaliteiten volgens jou? 

Alix: “Ik ben het meest uitgesproken karakter denk ik. Ik ben meer het vurige type op het veld. Niemand verliest graag, maar ik denk dat ik iets minder graag verlies dan de rest. (Lacht.) Als mij iets niet aanstaat of ik vind dat we beter kunnen, dan zal ik het zeker zeggen, maar nooit naar één iemand toe. Ook als ik geen kapitein ben op dat moment, ga ik het ook uitspreken. Dus dat is dan meer mijn rol in het team. De twee anderen zijn iets rustiger, denken iets meer vooraleer iets te zeggen. Daarom zijn we heel complementair.” 

Wij hebben aan Chat GPT ook eens gevraagd wat de kwaliteiten zijn van Alix Gerniers. We kregen er vier: leiderschap, technische vaardigheden, creativiteit en visie. Klopt dit?

Alix: “Amai, da’s straf, dat lijkt me wel een vrij correcte beschrijving. Als middenvelder heb ik een belangrijke rol in de opbouw, aanval en het verdelen van het spel. Dus heb ik die kwaliteiten best wel nodig” (lacht). 

Wat ons altijd verbaast als we naar hockey kijken, zijn die strafcorners. Ben jij een van die mensen die vanuit de goal naar die keiharde bal moet lopen? 

Alix: “In het nationaal team niet, maar in Gent sta ik sinds kort ook in dat groepje. En inderdaad, het wordt steeds gevaarlijker maar het is deel van het spel. En we krijgen heel wat bescherming hoor: voetbescherming, scheen- en knielappen.” 

Je bent ooit in Ronse begonnen, bij Royal Hermes Hockey. Dan ben je naar Gent gegaan en een paar keer de Gouden Stick gewonnen. Nooit ambitie gehad voor het buitenland? 

Alix: “Ik zal zo’n 16 jaar geweest zijn toen ik bij Gantoise begon. Ik heb wel de kans gehad om ooit te verhuizen. Dat betekende dat ik heel mijn leven moest omgooien en dat had ik er niet echt voor over. Ik had toen geen zin om naar Antwerpen of Amsterdam te verhuizen.” 

Je woont nog steeds in Ronse, waarom die keuze als je al zo veel van de wereld gezien hebt? 

Alix: “Mijn ouders, familie en vrienden wonen in Ronse. En ik ben hier gewoon heel graag. Mijn vriend en ik hebben hier een heel tof én betaalbaar huis gekocht. We zijn hier geluk- - 5 - kig! Wist je trouwens dat hij ook hockey speelt, net zoals mijn neef ook. We zijn een echte hockeyfamilie. Iedereen heeft hockey gespeeld: mijn grootvader, mijn vader en mijn broer. Ik kon dus niet achterblijven… ” 

Hoe zwaar is meer dan 12 jaar topsport voor je lichaam? 

Alix: “Ik ben altijd redelijk bespaard gebleven van kwetsuren. Ik ben soms wel eens twee, drie maanden out geweest, maar nooit met heel zware blessures. Het is weldegelijk een belastende sport. Ik merk wel dat ik ouder word doordat ik meer moet recupereren en meer rust moet nemen. Maar ik train hard, dus ik blijf wel fit.” 

Ben je een trainingsbeest? Of eerder een type Hazard die vooral wil spelen? 

Alix: “Vroeger trainde ik niet zo graag, nu steeds liever. Ik kan me daar echt heel hard op focussen en ik ken intussen ook het belang ervan. Maar natuurlijk blijven wedstrijden leuker om te spelen.” 

Hoe lang ga je nog door? 

Alix: “Ik heb mijn woord gegeven voor nog één jaar bij Gent dus ik dacht ook nog een jaar bij het nationale team te blijven. Maar ik weet natuurlijk niet wat hun plannen zijn voor mij. Ik bekijk het jaar per jaar. In 2026 is er het WK in België, dat zou ook wel heel tof zijn. Je ziet: nog genoeg doelen. We zien wel. Ik heb alleszins nog heel veel zin om te spelen!” 

Je voelt nog niet dat je voorbijgestoken wordt? 

Alix: “Ik denk het niet, nee. De jeugd wordt beter en beter, dus dat is zalig voor onze sport. Daardoor ben ik ook beter geworden en dat is alleen maar positief voor het Belgische hockey, maar ook voor elk individu.” 

Is dat niet een van de grootste verdiensten van jullie ploeg, dat je hockey echt op de kaart gezet hebt? 

Alix: “Ja, dat klopt, samen met de mannen. Ik denk dat de kwalificatie in 2012 beide teams een enorme boost gegeven heeft in het Belgische hockey. Ons ledenaantal is sindsdien gestegen van 15.000 naar zo’n 50.000, dus dat is echt gek. En dan hoor je dat er her en der een nieuwe club wordt opgericht, ik vind dat supercool!” 

Wat is naast hockey, jouw ideale manier om te ontspannen? 

Alix: “Bij familie en vrienden vertoeven. Ik ben alle dagen met hockey bezig, dus ja, in mijn vrije tijd ben ik graag bij hen. En daarnaast zijn we aan het verbouwen, dus dat is mijn grootste ontspanning. Ik vind dat zo leuk om te doen.” 

De Fiertel zat er ook dit jaar niet in. Heb je al veel moeten laten voor topsport? Zijn er dingen die je mist? 

Alix: “De Fiertel zou ik wel mogen doen, maar het zou niet verstandig zijn. Skiën mogen we ook doen, maar ik kies ervoor om dat niet te doen. Ik heb niet het gevoel dat ik iets moet laten. Ik denk dan: ik doe het later wel! Wat ik bijvoorbeeld wel heel jammer vond, is dat ik de trouw van mijn neef onlangs moest missen voor de finale bij Gantoise, maar dat hoort er soms bij.” 

Is je eigen trouwdatum al op een goed moment gepland? 

Alix: “Ja hoor, deze staat met stip genoteerd in onze agenda!” (Glundert) 

Wat is voor jou - tot nu toe - het mooiste moment geweest in je carrière? 

Alix: “Het moment waarop ik het meest emotie heb gevoeld, was toch wel de laatste kwalificatie voor de Olympische Spelen. Er viel zoveel druk van onze schouders, zeker bij de ouderen zoals Babs, Ash, Judith en mezelf. Het is eindelijk gebeurd, want het was een lange tocht. Maar ook mijn titels met de club in Gent waren vol emoties.” 

Als je één advies zou kunnen geven aan je jongere zelf toen je net met hockey begon, wat zou dat zijn? 

Alix: “Ik denk dat ik een goede balans heb tussen hockey en mijn leven daarnaast. Maar misschien meer genieten van de kleinere dingen. Want de tijd gaat toch zo razendsnel voorbij.”